Op 17 november 2025 trok de Nederlandse overheid een rode lijn: na vier uur zonder stroom, kan het land in een echte crisis belanden. Dat is geen theorie. Het is een realiteit, getest in de herinnering aan de grootschalige stroomstoring in Spanje en Portugal op 28 april 2025 — waar verkeerslichten uitvielen, ziekenhuizen op back-up stroom zaten, en treinen stilstonden. Nu, in Nederland, wordt hetzelfde scenario niet langer als sciencefiction beschouwd. Stroomuitval is geen zeldzaamheid meer — het is een dreiging die zich op 22 specifieke locaties al op dit moment opbouwt.
Waarom juist deze 22 regio's?
De netbeheerder Enexis, verantwoordelijk voor het elektriciteitsnet in Groningen, Drenthe, Overijssel, Noord-Brabant en Limburg, waarschuwt dat de druk op het netwerk in deze gebieden onhoudbaar is. Het gaat niet om te weinig zon, maar om te veel vraag — en te weinig capaciteit. Op koude winterdagen, wanneer huishoudens hun verwarming opdraaien en elektrische auto’s laden, piekt het verbruik. En op sommige plekken, zoals in de regio’s rond Zwolle, Maastricht en Emmen, is de infrastructuur ouder dan de moderne energiebehoeften. De kabels zijn niet ontworpen voor deze pieken. Als de belasting te hoog wordt, riskeert Enexis schade aan transformatoren — en dat betekent niet een paar uur, maar dagen zonder stroom.
De 72-uurs-regel: de overheid zegt: 'Doe het zelf'
De Rijksoverheid heeft een nieuw mantra: de eerste 72 uur moet je zelf aan. Geen hulp van de overheid. Geen instantie die snel komt. Dat is geen onmenselijke eis — het is een realistische inschatting. Na twee uur stroomuitval, zo stonden al in veiligheidsplannen uit 2019, beginnen penitentiaire inrichtingen te knagen aan hun reserves. Na vier uur? Massale veesterfte. Dieren in stal, zonder ventilatie, zonder verwarming, zonder waterpompen — dat is geen dramatisering, dat is een protocol. En na acht uur? De plannen stopten. Er was geen idee meer wat er dan gebeurde. Dat is geen gebrek aan voorbereiding — dat is een gebrek aan tijd. De overheid weet: als het uitvalt, is het te laat om te beginnen.
Denk vooruit: een campagne die nergens stopt
De campagne 'Denk vooruit', gelanceerd op 17 november 2025, is geen gewone waarschuwing. Het is een volledige cultuurverschuiving. Borden langs de A12, banners op tv, radiospots, zelfs op geldautomaten: ‘Nederland valt uit’. De tekst is simpel, maar de boodschap is schokkend: je bent niet veilig. De campagne, geschreven door journalist Rozemarijn van der Stelt, bouwt voort op het EO-programma ‘Black Out’ uit 2024, waarin een fictieve cyberaanval op Stedin de regio’s Zuid-Holland, Zeeland en Utrecht in duisternis doopte. Nu is het geen fictie meer. Het is een vooruitblik.
De LOLE-norm is verbroken — en niemand wil het zeggen
De LOLE-norm — Loss of Load Expectation — stelt dat het Nederlandse net maximaal vier uur per jaar mag uitvallen. Dat was de norm in 2020. In begin 2025 werd die norm op meerdere plaatsen al overschreden. In Drenthe, in Overijssel, in Zuid-Limburg: de netbeheerders hebben tijdelijke schakelingen moeten toepassen. Dat is geen technisch probleem — dat is een systeemfailliet. De energietransitie, waarover zoveel wordt gepraat, belast het netwerk op twee manieren: enerzijds omdat we steeds meer elektriciteit verbruiken (auto’s, warmtepompen), anderzijds omdat we zelf stroom opwekken — maar de netwerken niet zijn opgeleverd om die stroom te transporteren. Op zonnige zomerdagen stroomt te veel energie terug naar het net, op koude wintertijden is er te weinig capaciteit. Het is een paradox die niemand wil oplossen.
Wat doet de sector? En wat kunnen burgers doen?
Netbeheer Nederland benadrukt dat Nederland nog steeds één van de betrouwbaarste netten van Europa heeft. Dat is waar. Maar betrouwbaar is niet onkwetsbaar. De sector weet: het kan gebeuren. En daarom proberen bedrijven als AlphaESS hun thuisbatterijen te verkopen — als veiligheidsnet. Dat is commercieel, maar ook praktisch. Een thuisbatterij kan een koelkast, een lamp en een telefoon een dag laten doorgaan. Niet alles, maar genoeg om te overleven. SolarConcept.nl bevestigt: 22 regio’s lopen dit jaar risico. En het is geen kwestie van ‘misschien’. Het is een kwestie van ‘wanneer’.
Wat komt er na 72 uur?
De overheid zegt: na drie dagen zijn de noodpunten opgezet, de waterpompen draaien, de ziekenhuizen werken. Maar wie zorgt voor de ouderen die geen batterij hebben? Wie helpt de mensen met een respirator? Wie zorgt dat de melk niet bederft in de supermarkt? De antwoorden zijn onvoldoende. De plannen van 2019 stopten na acht uur. Nu, in 2025, is de tijd voorbij. We zijn in een nieuw tijdperk — waar stroomuitval niet langer een technisch probleem is, maar een maatschappelijke test. En de eerste tests zijn al mislukt.
FAQ
Hoe lang kan een stroomuitval in Nederland duren?
Volgens Enexis kan een stroomuitval in risicogebieden tot enkele uren duren — maar bij schade aan transformatoren of bij cyberaanvallen kan het ook dagen duren. De veiligheidsplannen uit 2019 gingen niet verder dan acht uur, omdat er geen voorbereidingen bestonden voor langere uitval. In 2025 wordt ervan uitgegaan dat bij ernstige incidenten de stroom uit kan blijven voor 3 tot 7 dagen, vooral in afgelegen regio’s.
Welke regio’s zijn het meest risicovol?
De 22 risicoregio’s liggen vooral in de provincies Groningen, Drenthe, Overijssel, Noord-Brabant en Limburg. Specifieke knelpunten zijn de gebieden rond Zwolle, Emmen, Enschede, Maastricht en het zuiden van Limburg. Hier zijn de netwerken oud, de belasting hoog, en de connecties met grotere stroombronnen beperkt. De meeste problemen ontstaan tijdens koude winterdagen, wanneer het verbruik piekt.
Waarom wordt er niet meer geïnvesteerd in het net?
Er wordt wel geïnvesteerd — maar te traag. De energietransitie verandert de stroomstroom volledig: van centrale centra naar verspreide zonnepanelen en windmolens. Het bestaande net is ontworpen voor één richting: van centra naar consument. Nu moet het stroom ook terug kunnen nemen — en dat vereist nieuwe transformatoren, kabels en software. Dat kost miljarden, en de beslissingen lopen achter op de realiteit.
Wat moet ik doen als de stroom uitvalt?
Zorg voor 72 uur zelfvoorziening: water, voedsel, batterijen, lantaarns, een radio. Laad je telefoon op, zorg voor een powerbank, en houd een reservebuis met medicijnen klaar. Gebruik geen gasfornuis binnen als er geen ventilatie is. Controleer of je buurten een noodplan hebben. En denk niet: ‘Het gebeurt niet bij mij’. In 2025 is dat een levensgevaarlijke gedachte.
Is een thuisbatterij een oplossing?
Een thuisbatterij zoals van AlphaESS kan je kritieke apparaten een dag of twee laten draaien — koelkast, verlichting, telefoon. Maar het is geen volledige oplossing. Het helpt bij korte uitvallen, maar niet bij langdurige crises waarin de hele infrastructuur uitvalt. Het is een buffer, geen veiligheidsnet. En het is duur: een volledig systeem kost €8.000 tot €15.000.
Hoe zit het met ziekenhuizen en verpleeghuizen?
De meeste ziekenhuizen hebben back-upgeneratoren, maar die draaien maximaal 48 tot 72 uur met de beschikbare brandstof. Na die tijd moeten ze op externe leveringen vertrouwen — en als de wegen blokken, of de benzinepompen niet werken, dan is het voorbij. Verpleeghuizen zijn vaak minder goed voorbereid. Veel hebben geen eigen generatoren, en de bewoners zijn afhankelijk van elektrische apparaten. Dat is een onopgelost risico.